De Tweede Kamer is niet onder de indruk van een voorzichtig mea culpa van ABN-president-commissaris Rik van Slingelandt over de salarisverhoging voor de top van zijn bank. Aan het einde van een rondetafelgesprek dinsdag, werden verschillende Kamerleden steeds feller.
Vooral GroenLinks-Kamerlid Jesse Klaver verwoordde het ongenoegen hard. Hij noemde de bijdrage van Van Slingelandt en van de commissarissen Henk Breukink (ING) en Leo van Wijk (Aegon) stuitend en vroeg hun ,,in welk universum” ze leven. ,,U praat of u vrije ondernemers bent, maar de realiteit is dat u ambtenaren bent. Als het misgaat zal de overheid u redden.”
Oplopende spanningen
Die uitschieter was de climax van een gesprek waarin de spanningen opliepen. Van Slingelandt was begonnen met toe te geven dat hij en de rest van de ABN-top de gevoelens in de samenleving over de salarisverhoging voor de top van ABN AMRO hadden onderschat.
Hij betreurde de emotie en de commotie die erdoor was ontstaan. Die leidde er toe dat minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën een kabinetsbesluit over de beursgang van de staatsbank uitstelde. Daarop zag de raad van bestuur af van de salarisverhoging.
Contract is contract
Maar Van Slingelandt wees er ook op dat de bank capabele mensen nodig heeft, die goed betaald moeten worden. En bovendien: contract is contract. De salarisverhoging was al in 2011 afgesproken en was in 2012 door de toenmalige minister van Financiën en de Kamer goedgekeurd.
De ABN-bestuurders hadden er twee jaar vanaf gezien, maar wilde in 2014 krijgen waar ze recht op hadden. Van Slingelandt verdedigde Dijsselbloem door zich aan te sluiten bij diens weergave van gesprekken tussen hem en de ABN-top in maart 2014.
Amerikaanse aandeelhouders
Tot groeiende ergernis van veel Kamerleden bleef Van Slingelandt wel uitleggen dat de bankentop goed betaald moet worden. Van Wijk en Breukink deden daar nog een schepje bovenop. Van Wijk verwees naar Amerikaanse aandeelhouders van Aegon, die er juist op aandringen dat de Aegon-top meer betaald wordt.
Breukink zei dat de top van ING nog altijd 40 procent minder verdient dan het gemiddelde van vergelijkbare bedrijven. Qua beurswaarde is ING het derde bedrijf van Nederland, qua beloningen staan we op de negentiende plek, zei Breukink.
Die vergelijkingen waren voor veel Kamerleden alleen maar olie op het vuur. Donderdag debatteert de Kamer met Dijsselbloem over ABN.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl